We willen u graag wat meer vertellen over het ontstaan van het idee om Kingma State te herbouwen. Zodat u begrijpt hoe we zijn begonnen. En hoe dit ideaal (zelf noemen we het meestal gekscherend ons ‘luchtkasteel’) stap voor stap dichterbij komt. Inmiddels zijn we er al best wat jaar mee bezig. Maar gek genoeg is die tijd voorbijgevlogen. En er is veel bereikt. We hebben de noodzakelijke grond gekocht, een bouw- en financieringsplan opgezet en het vereiste bestemmingsplan binnengehaald, we zijn in gesprek met een ontwikkelende bouwer waar we veel vertrouwen in hebben en zijn de beheersorganisatie op poten aan het zetten, ook met het oog op de uitgifte van certificaten aan familieleden.
Maar eerst terug naar het begin.
Zoals we in de eerste nieuwsbrief schreven, is het idee voor de ‘wedergeboorte’ van het buitengoed ontstaan tijdens de voorbereiding van de grote familiebijeenkomst Simmer 2000.
We hadden nog niet zo lang daarvoor ontdekt dat onze familie afstamde van de oorspronkelijke bewoners van de sate Kingum en dat deze boerderij door toedoen van onze voorouders zich ontwikkeld had tot een volwaardige state, met alle rechten en plichten van dien. We hebben de naam van onze stichting toch maar niet wedergeboorte meegegeven, maar wat nuchterder Herstel. ‘Wij’ zijn in dit geval de neven Joost en Jeroen Kingma, initiatiefnemers van de familiebijeenkomst in 2000. We dachten ook even aan het woord ‘herontwikkeling’, maar dat paste niet, want klinkt te veel naar commerciële projectontwikkeling. En commercieel is ons project niet, immers we hebben een ideaal, geen winstoogmerk. Dus toen we in 2002 de eerste aankoop van grond konden doen, werd het stichting Herstel Kingma State.
In 1999 hadden we al, ter voorbereiding van onze familiebijeenkomst in 2000, de stichting Kingma State opgericht. Deze had als doel, naast de organisatie van de internationale familiedag, ‘Het bevorderen van de historische kennis van de Kingma State en de familie Kingma’ en daarnaast ‘Het bevorderen van de herbouw van de Kingma State’. Dat laatste was nogal gewaagd, want we hadden geen plan, laat staan grond of geld hiervoor. Wel het besef dat het mooi zou zijn als we op de plek van de verdwenen state een nieuw familiehuis zouden kunnen bouwen. Een familiehuis voor alle Kingma’s wereldwijd, dat de mogelijkheid zou bieden om weer terug te zijn en te verblijven op de voorvaderlijke grond. Een huis en omgeving waarin we de familiegeschiedenis door de eeuwen beleefbaar konden maken met de documenten en parafernalia die daarbij horen.
Een beetje een dromerig, maar ook uitdagend ideaal.
Voor dat uitdagende doel zouden we moeten beschikken over grond onder de voeten. Grond van de voormalige state uiteraard. Dat is gelukt. In 2002 kwam een kleine, maar strategisch belangrijke strook grond te koop: de helft van de voormalige singel (oprijlaan en opvaart) tussen het Harinxmakanaal en het stateterrein. Die aankoop werd ondergebracht in de stichting Herstel Kingma State en betekende de eerste stap op de weg naar realisatie van ons familiaire ‘droomkasteel’. Het was ook de start voor gesprekken met zowel de dorpsgemeenschap als de provinciale en lokale overheid over onze wilde plannen. Die gesprekken waren bedoeld om zowel lokaal als bij de overheid de mensen warm te maken voor onze ideeën.
In 2006 konden we nog acht hectare voormalige Kingma-grond kopen rond het bosterrein waar de state had gestaan.
Daarmee konden we aan de slag.
Na de grondaankopen was de volgende stap om ons idee te verwezenlijken het verkrijgen van de nieuwe bestemming ‘landgoed’ voor de locatie. De bestaande bestemming was bos en landbouwgrond. Daarop zouden we het nieuwe landgoed niet mogen aanleggen. Het proces van bestemmingswijziging kostte ons vijf jaar, tot 2012. We maakten een inrichtingsplan voor het hele buitengoed, een plan voor het gebouwencomplex, kosten/baten berekeningen om te zien of en hoe onze plannen haalbaar zouden zijn, we hadden aankooponderhandelingen met Staatsbosbeheer om zo mogelijk het twee hectare grote bos te verwerven en een bestemmingsplanprocedure met veel, héél veel overleg met ambtenaren, raadsleden en bestuurders van de gemeente en provincie. Ook hielden we middels regelmatige presentaties de dorpsgemeenschap op de hoogte. Dat was allemaal was voor elkaar in 2011.
Een essentieel onderdeel van de ons plan behelst de bouw van acht te verkopen woningen, gesitueerd in de twee vleugels rond de binnenplaats. De opbrengst daarvan is een belangrijke financiële drager van het plan. Zonder dat hebben we onvoldoende inkomsten. Helaas was de woningmarkt in 2012 als gevolg van de economische crisis volledig ingestort en waren de vooruitzichten voor de verkoop van de geplande acht woningen in het plan uiterst onzeker.
We konden niet anders dan het project on hold zetten en wachten. Wachten op betere tijden.
Nog vijf jaar later, in 2017, begon de woningmarkt in Friesland weer aan te trekken. Tijd om het project te vervolgen. We pakten welgemoed de draad weer op en gingen aan de slag met de uitwerking van onze plannen. Die zijn nu voldoende gedetailleerd en doorgerekend om de volgende stappen te zetten. Dat is het sluiten van een contract met een geschikt bouwbedrijf dat de hoofdstructuur kan realiseren en de woningen bouwt en verkoopt. Denk bij die hoofdstructuur aan terpaanleg, toegangsweg, waterpartijen, tuin, bos, paden, nutsvoorzieningen. Inmiddels zijn we volop in gesprek met een ontwikkelings- en bouwbedrijf dat onze voorkeur heeft en zelf enthousiast is over het plan en de haalbaarheid. We verwachten in de loop van de zomer tot een overeenkomst te komen.
We gaan ook de nieuwe beheersorganisatie voor het buitengoed oprichten. Omdat er allerlei fiscale aspecten zitten aan een landgoedonderneming hebben we daarover advies gevraagd aan een gespecialiseerd fiscaal adviesbureau.
Als de beheersorganisatie op poten staat, gaan we de komende maanden familieleden uitnodigen om financieel te participeren in de landgoedonderneming en daarmee in het bezit en beheer van familiehuis en buitengoed. Zoals gezegd wordt een aanzienlijk deel van de kosten voor de aanleg en bouw van het buitengoed betaald uit de opbrengsten van de verkoop van de woningen. De financiële middelen voor de bouw van het familiehuis en de terugkoop van de aanvullende grond voor het buitengoed komen uit financiering door familieleden. Er is al een kleine groep Kingma’s die in de lopende kosten van het project investeert. We willen die groep graag uitbreiden met andere betrokken Kingma’s die zich met de voorvaderlijke grond en het herstel van het buitengoed verbonden voelen.
Daarnaast zijn we een communicatiecampagne gestart om zoveel mogelijk familieleden wereldwijd op de wedergeboorte van Kingma State attent te maken. Niet alleen Kingma’s in Nederland, maar ook in het buitenland, zoals de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, waar een paar duizend familieleden in de afgelopen eeuwen hun huis en haard hebben opgebouwd.
Na een succesvolle family funding en het verkrijgen van de bouwvergunning hopen we volgend jaar met de landinrichting en bouw te kunnen starten. Dan zullen ook de koopwoningen in de markt worden aangeboden.
Traditioneel geeft een grondbezitter zijn land niet gauw uit handen. Hij wil er mee verbonden blijven en dat bezit ook overdragen aan zijn kinderen en kleinkinderen. In ons geval vertalen wij dat naar een blijvende betrokkenheid van de familie Kingma in brede zin bij het wel en wee van het hernieuwde landgoed. Want dat is traditie: overlevering.
De voortgang van alle activiteiten voor het herstel van Kingma State leest u in onze volgende nieuwsbrief die naar verwachting in augustus verschijnt.